Vavo vakken

Mavo

Aardrijkskunde

Bij aardrijkskunde bestudeer je de wereld om je heen aan de hand van de onderwerpen weer en klimaat, water, en bevolking en ruimte. Bij ‘weer en klimaat’ bekijk je de verschillen en overeenkomsten tussen Nederland, Spanje en Verenigde Staten. En we hebben het over de invloed van het klimaat op de landbouw. Bij het onderwerp Water bekijk je hoe Nederland, China en het Midden-Oosten omgaan met water en welke kansen en problemen water oplevert voor de bevolking. Daarnaast leer je hoe rivieren een landschap vormen. Tot slot onderzoek je de bevolkingsgroei in Nederland, Duitsland en China. Hoe is deze verdeeld? En waarom is dit zo?

Biologie

Veel mensen vinden het logisch dat je biologie nodig hebt als je geneeskunde wil studeren. Maar wat denk je van een boer die biologisch wil produceren? Of een journalist die over gezonde voeding wil schrijven? Biologie gaat over onder meer erfelijkheid en evolutie, ecologie en milieu, het menselijk lichaam en gedrag. Je leert ook hoe je hiermee kan rekenen. Maar ook hoe je de resultaten van onderzoek begrijpt en hoe je dit uitlegt. 

Duits

Houd je van talen, en vooral van de Duitse taal? Of moet je nog een vak kiezen en Duits is een van de opties? Let dan op, want tijdens de lessen leer je in de eerste plaats de taal. De basisprincipes heb je in de onderbouw al gehad. We herhalen die basis, en we gaan er dieper op in. Je leert vooral ook hoe je een taal leert. Wat gaat er bij jou wel en niet goed? Het gaat erom dat je gevoel ontwikkelt voor de Duitse taal. Klinkt wat ik heb geschreven als goed Duits of niet? Natuurlijk maak je ook kennis met de Duitse literatuur en cultuur.

Economie

Economie gaat over de keuzes die mensen en bedrijven moeten maken om op de beste en snelste manier beter en groter te worden. Je kijkt daarom bijvoorbeeld naar vraag en aanbod van consumenten en producenten. Maar ook naar milieu en hoe we hieraan kunnen denken met produceren en consumeren. Als je weet hoe dit werkt, dan kun je daar rekening mee houden. Alle begrippen die je leert, houden verband met elkaar. Soms kun je dit berekenen, soms kun je het verklaren (als dit gebeurt, dan is het gevolg...). Economie is zowel een taal- als een rekenvak. Dus kun je goed lezen en rekenen? Dan is economie echt iets voor jou!

Engels

Jij kunt jezelf goed verstaanbaar maken in het Engels. En je begrijpt goed wat er in een e-mail of krantenartikel staat. Als je dát kunt, dan ben je eigenlijk al goed op weg naar het niveau dat je nodig hebt voor het examen. En daar gaan we voor bij Engels. Nadat we de basiskennis hebben opgefrist, gaan we door met het aanleren van nieuwe woorden en kennis. Je gaat veel spreken, schrijven, luisteren en lezen over onderwerpen zoals werk, vakantie of gezondheid. Het gaat er niet om dat je foutloos Engels aanleert maar dat je veel oefent. Want je leert het beste door te doen.

Geschiedenis

Geschiedenis is een vak dat inspireert en je veel vertelt over jezelf en de wereld van nu. Je leert niet alleen nieuwe feiten, maar doet vooral veel inzichten op: over het verleden en over hoe dit verleden heeft geleid tot de wereld van nu. Geschiedenis is interessant om je positie te bepalen in een steeds veranderende wereld. Ook scherpt dit vak vaardigheden die je vaak nodig hebt, ook bij het maken van je (school)examens: je mening onderbouwen, helder schrijven en goed lezen. In deze tijden van fake news is het belangrijker dan ooit om kritisch te kijken waar je jouw informatie vandaan haalt. Je leert waarom je bronnen wel of niet kunt vertrouwen, waardoor je met een onafhankelijk oog naar de wereld leert kijken. Wil je jezelf en de wereld om je heen beter leren begrijpen? Dan is geschiedenis het vak voor jou!

Informatietechnologie

Informatietechnologie bereidt je voor op een toekomst waarin deskundig gebruik van informatiesystemen, applicaties en media een grote rol speelt. Inhoudelijk biedt het vakkennis en vaardigheden waarmee je de beginselen leert van programmeren en toepassing van ict-programma’s. Ook leer je veel voorkomende programma’s te gebruiken binnen het office 365 pakket (zoals Word en PowerPoint). Verder komen onderdelen als mediawijsheid, slim leren zoeken op het internet, 3d-printen, websites en diverse (nieuwe) technologieën aan de orde. Je leert 'onderzoekend’, je voert praktijkopdrachten uit en je leert vaardigheden via tutorials. Het is belangrijk dat we allemaal begrijpen wat informatietechnologie is en wat het doet. Heb je belangstelling voor deze ontwikkelingen, bijvoorbeeld vanwege je vervolgopleiding? Dan leg je in dit vak de juiste basis.

Kunst, beeldende vakken

Bij dit vak ontwikkel je onder meer creativiteit en verbeeldingskracht. Er wordt gewerkt met allerlei technieken en materialen. Je hoeft niet goed te kunnen tekenen of schilderen. Het gaat erom dat je van alles
uitprobeert en ontdekt. Je leert conceptueel en kritisch denken. Ook leer je veel over allerlei disciplines over de geschiedenis, maar het staat ook direct in verbinding met de huidige maatschappij. Er zijn diverse linken met vakken als geschiedenis, wiskunde, filosofie en maatschappijwetenschappen. Het is een veelzijdig vak waar je in de toekomst allerlei kanten mee op kunt. Zoals grafisch & mediadesign, game en videodesign maar ook interieur en meubelontwerp. Creatief denken kun je echt overal gebruiken.

Maatschappijkunde

Wil jij weten waarom jij verplicht zoveel uren naar school moet? Heb jij een mening over hoe de politiek omgaat met vluchtelingen? Kies dan voor maatschappijkunde. Hier komen maatschappelijke onderwerpen voorbij zoals criminaliteit, politiek, werk, de multiculturele samenleving en de massamedia. Je leert informatie verzamelen en analyseren, feiten en meningen onderscheiden, teksten en grafische bronnen begrijpen. Een open en nieuwsgierige houding is alles wat je hiervoor nodig hebt! Wil je hierna naar de havo? Dan is maatschappijkunde een goede voorbereiding op het verplichte vak maatschappijleer.

Natuurkunde

Als onweer, magnetisme, beweging, energie, elementaire deeltjes en/of sterrenkunde interessant vindt, ga dan voor natuurkunde. Dat gaat namelijk over licht, kleur, geluid, beweging en elektriciteit. En over dat wat je niet direct ziet. Zoals radioactiviteit, radiogolven, (sub-) atomaire deeltjes en sterrenstelsels. De natuurkundige verbanden worden beschreven in wiskundige taal (formules). Met deze formules kunnen we rekenen en voorspellen hoe de natuur zich gedraagt. Het is dus fijn als je graag werkt en rekent met formules. Houd er rekening mee dat er bij dit vak op het vwo meer met wiskunde wordt gedaan, dan op havo en vmbo.

Nederlands

Onze docenten laten je ontdekken hoe leuk én handig Nederlands kan zijn. Je leert een sollicitatiebrief schrijven, informatie opzoeken en verwerken, een (PowerPoint)presentatie maken en houden. Maar ook: luisteren naar anderen en het werk van anderen en van jezelf beoordelen. Natuurlijk gaat Nederlands ook over het lezen van boeken. En ja, je mag (in overleg) zelf kiezen wat je leest! Bij Nederlands ontdek je hoe creatief je kunt zijn met taal.

Profielwerkstuk (PWS)

Vraag jij je nog steeds af wat je wil worden? Of ben je juist heel erg zeker van het beroep dat je kiest? Bij het Profielwerkstuk (PWS) ga je op zoek naar jouw ideale baan en welke opleiding daarbij hoort. Daarna zoek je mensen die in dit beroep werken om te interviewen. En ja, je mag alles vragen. Zelfs wat het verdient! Alle informatie verwerk je in een verslag: jouw PWS. Tot slot, presenteer je dit aan de klas. Met het PWS heb je dus een mooie ervaring erbij. Je weet nu echt wat je wil worden óf juist niet!

Scheikunde

Heb je aanleg voor de exacte vakken? En ben je een nieuwsgierig type? Mooi, want dat heb je nodig om scheikunde te leren. Verder moet je een doorzetter zijn, want voor dit vak moet je flink oefenen. Bij scheikunde gaat het vragen zoals: waarom geleiden metalen stroom en doet steen dat niet? Waarom breekt je fiets niet als jij hem laat vallen en een stoeptegel wel? Waarom lost zand niet op in regenwater en keukenzout wel? Deze vragen gaan over onderwerpen zoals koolstofchemie (plastic en wasmiddel), biochemie (voedingsstoffen), reactiekinetiek (scheikundige reacties), chemische industrie, zuren en basen (frisdrank) en stroom en reacties (batterijen).

Wiskunde

Bij wiskunde draait het om de eigenschappen van getallen, patronen en structuren. Je leert een tabel of grafiek aflezen. Je weet wat regels en kolommen in een tabel zijn. En hoe je uit een grafiek schommelingen, trends en perioden afleest. Wiskunde is ook het kunnen rekenen van een dag naar een jaar of van een meter naar een kilometer. Je weet hoeveel van een kleinere maat er in een grotere maat passen. Zoals: 1 kilometer is 1000 meter. Soms moet je logisch redeneren. Dit betekent dat je logische conclusies kunt trekken uit feiten of vermoedens. Zoiets kan lastig zijn, want het gaat dan om het kunnen begrijpen. Maar als je veel oefent, komt dit echt vanzelf!