CVI Conferentie 2024

Inleiding

Elk jaar organiseert het Consortium voor Innovatie de grootste mbo-conferentie van het land. Deze conferentie, met als motto doe.durf.deel, moedigt deelnemers aan om innovatieve ideeën te delen, collega’s uit het mbo te ontmoeten en elkaar te inspireren. De conferentie biedt een platform om netwerken te bevorderen, actuele thema’s te bespreken en ervaringen uit te wisselen.

Dit jaar was het Nova College van de partij met zeven verschillende workshops. Verspreid over de twee conferentiedagen namen zeventien docenten, opleidingsmanagers en directeuren hun collega’s uit het land mee in hun eigen praktijkervaringen. Zij deelden niet alleen succesverhalen, maar ook uitdagingen en knelpunten van onderwijsvernieuwingen. En ze deden een beroep op de denkkracht van de deelnemers. Uit reacties van deelnemers maakten we op dat dit zeer werd gewaardeerd: ‘Wat fijn dat jullie niet alleen delen waar je trots op bent, maar je ook kwetsbaar durft op te stellen. Wij zijn blij dat we nu contact hebben en praten graag met jullie door.’

Innovatielabs: sleutel tot succesvolle innovatie

Wesley Leung (projectleider Innovatielab) en Nancy Rijns (programmamanager onderwijsontwikkeling Zorg en Welzijn)

Wesley en Nancy deelden hoe de Innovatielabs bij Nova College zijn ingevoerd en tot welke resultaten dat intussen heeft geleid. In de presentatie is terug te lezen hoe (de medewerkers van de labs) docenten ontlasten en het onderwijs verrijken. In zeker opzicht is bij succesvolle samenwerking sprake van een Mattheuseffect: hoe meer het lab gebruikt wordt, hoe meer docenten positieve ervaringen delen, hoe meer anderen het willen gebruiken. Dat vraagt dan wel weer om goede organisatorische inbedding en afstemming met de opleidingsteams. Deelnemers gingen vervolgens met de Futuring methodiek aan de slag: daarin werkten zij scenario’s uit voor de mogelijke implementatie van een lab in de eigen organisatie. Zij bespraken daarin onder andere hoe je ervoor zorgt dat labs niet op zichzelf komen te staan, maar worden ingebed in de staande organisatie en het curriculum, en hoe je voorkomt dat dit een dienst wordt voor alleen excellente studenten (en docenten).

Directeuren wisselen vraagstukken uit

Annemieke van Ede (directeur Campus Haarlem en domein Economie) en Harrie Bemelmans (directeur Campus Haarlemmermeer en domein Zorg en Welzijn)

Na de conferentie van 2023 bemerkten Annemieke en Harrie een hiaat in het conferentieprogramma: er was weinig gelegenheid voor directeuren om met elkaar uit te wisselen. Daarom hadden zij zelf het initiatief genomen om met collega-directeuren van andere mbo’s in gesprek te gaan over kwesties die landelijk spelen, en specifiek op de vraag welke rol de directeur daarin heeft. In twee rondes gingen zij met elkaar in op de veranderende rol van de docent, het veranderend gedrag van de student, digitalisering van onderwijs en werkveld, de organisatie van het onderwijs en positionering in de regio en ten opzichte van elkaar. In geanimeerde en openhartige gesprekken deelden zij bij elk thema in welk stadium hun onderwijsinstelling zich bevond en hoe zij daarin als directeur (kunnen) sturen en ondersteunen. Een uur bleek niet genoeg: ‘Hier kunnen we wel dagen mee vullen, we kunnen enorm veel van elkaar leren’ concludeerden de deelnemers. Contactgegevens werden uitgewisseld en Annemieke en Harrie zegden toe om de organisatie van de CvI-conferentie te motiveren om in het programma meer ruimte te maken voor uitwisseling door directeuren.

Burgerschapsonderwijs: succes in samenwerking

Helle Vermeij (Programmaleider en onderwijsadviseur SLB/LOB en Burgerschap), Marleen Klooswijk (docent Burgerschap), Paula Berkhout (docent Nederlands en Burgerschap) en Mitchel van Vugt (docent Nederlands en Burgerschap)

In deze workshop namen Helle, Marleen, Paula en Mitchel de deelnemers letterlijk mee langs het pad dat zij hebben doorlopen om binnen Nova College een samenhangende aanpak voor burgerschapsonderwijs te ontwikkelen.
Aan de hand daarvan gingen de deelnemers met elkaar in gesprek over de uitdagingen die je daarin het hoofd moet bieden. De eisen gaan op korte termijn veranderen, maar dit is een verandering die tijd kost en verankering vraagt. Ook is noodzakelijk dat alle niveaus van de organisatie het belang inzien en dat docenten hiervoor worden gefaciliteerd. Hoe kun je slimme verbindingen leggen, de nieuwe eisen combineren met wat we nu al doen en in huis hebben? Hoe kom je van de waan van de dag tot het echt doorzetten van de lijn die je hebt ingezet? Hoe deel (en beoordeel) je materiaal dat door docenten is ontwikkeld, en dat snel veroudert? En hoe betrek je studenten in dit proces?
Hoewel het proces zoals Nova College dat heeft doorlopen niet 1 op 1 overdraagbaar is naar andere onderwijsinstellingen, hielp het deelnemers om zelf na te denken over welke route voor hun organisatie passend kan zijn.

 

Impact van de masterdocent

Gonny Farley (masterdocent bij CIOS), Danien Out (masterdocent bij CIOS), Jes Hernandez (opleidingsmanager bij CIOS)

Lang niet alle onderwijsinstellingen hebben (goed) beleid op hoe zij masterdocenten inzetten. Vaak is het een individuele keuze van een docent om een opleidingstraject te doorlopen, in plaats van dat de school of teams daar gezamenlijk doordachte keuzes in maken.
De CIOS-opleiding wil excellent onderwijs geven; voor hun is het logisch om fors te investeren in masterdocenten. De deelnemers waren zeer onder de indruk dat CIOS hier zo stevig op inzet zetten, maar vroegen zich ook af hoe je voorkomt dat het masterdocentschap een elite-aangelegenheid wordt en leidt tot scheve ogen bij collega’s. Dat werkt alleen, maakten Gonny, Danien en Jes duidelijk, als je de rol van masterdocenten echt inbedt in je team. Zij moeten niet vanaf een eiland hun eigen kennis vergroten, maar duidelijk de opdracht - en ruimte – krijgen om hun collega’s mee te nemen. Naast hun rol als masterdocent geven ze ook gewoon les, zodat zij ook dezelfde ervaringen met studenten blijven hebben als collega’s. Een deelnemer merkte op dat het uitwisselen en samen optrekken andere krachten op gang brengt dan wanneer masterdocenten individueel doorleren. Daar heeft het hele team en hebben de studenten uiteindelijk ook profijt van. Maar het is wel een voortdurend proces: als een docent de opleiding heeft behaald, dan begint het pas – het leren van en met elkaar, samen het onderwijs verbeteren, en dat moet je dan ook echt faciliteren.

MyTalent: springplank perspectiefrijke toekomst

Door Nubé (directeur MyTalent), Frank Brouwer (programmamanager Onderwijs & Kwaliteit)

Deze sessie ging over het opleiden en ondersteunen van studenten van MyTalent (Entree en N2). Daarvoor is bij het Nova College een volledig heel nieuw programma ontworpen waar niet alleen de verschillende locaties van Nova College bij betrokken zijn, maar ook samenwerkingspartners in de regio: werkveld, voortgezet onderwijs, zorginstellingen en sociaal werk.
Toen Door deze ingrijpende onderwijsinnovatie toelichtte deelde ze haar trots over de successen die intussen bereikt zijn, maar stelde ze zich ook kwetsbaar op: ‘Nu mensen en instanties Nova College weten te vinden, komen er ook meer nieuwe doelgroepen in aanmerking en staan we dus voor de vraag of we alle studenten dezelfde kwaliteit kunnen blijven bieden.’
Daarop deed Frank een beroep op de deelnemers om in kleinere groepjes advies te geven: wat zijn logische vervolgstappen voor het MyTalent-programma, met welke partners moeten we in zee, waar moeten we rekening mee houden? Doordat de deelnemers daarover in kleine groepjes met elkaar in gesprek gingen, leverde dat niet alleen zeer bruikbare adviezen op voor Door en Frank, maar wisselden de deelnemers ook ervaringen en tips met elkaar uit die zij weer konden meenemen naar hun eigen organisatie. Afspraken voor vervolggesprekken zijn al in de maak.

Simulatieonderwijs met scenario's

Wendy Schuiling (docent en onderwijsontwikkelaar Zorg en Welzijn), Ester Slooten (docent en onderwijsontwikkelaar Zorg en Welzijn)

Wendy Schuiling en Ester Slooten deelden hun ervaringen met simulatie-onderwijs, een methodiek die zij hebben geïntegreerd in hun onderwijsprogramma. Simulaties en scenario’s vormen een waardevolle aanvulling op het curriculum. Deze vorm van praktisch leren biedt een veilige leeromgeving, waarin situaties realistisch worden nagebootst zonder directe gevolgen. Dit is vooral nuttig voor studenten die moeten leren omgaan met patiënten, collega-doktersassistenten, artsen, waarbij ze soms ook technische skills combineren met communiceren. Het biedt een essentiële overgang tussen theorie en praktijk.
De deelnemers, van wie sommigen zelf ook ervaring hadden met scenario-onderwijs, wezen op het belang van de koppeling van de praktijksituatie aan de theorie. Wendy en Ester bevestigden dit: leren gebeurt niet alleen tijdens het scenario, maar vooral in het debriefingsgesprek daarna en ook wanneer studenten reflecteren op hun ervaringen. Tijdens de debriefing verwoorden studenten zelf wat de situatie met hen deed, waarom ze bepaalde keuzes maakten en hoe ze de theorie in de praktijk hebben toegepast.
Er werd tijdens de sessie ook gediscussieerd over de rol van de docent in simulaties. Sommige deelnemers vroegen zich af of het effectiever is om acteurs in te huren in plaats van zelf een rol te spelen in de scenario’s. Daarnaast bleek er behoefte aan kant-en-klare scripts, omdat deze vaak moeilijk te verkrijgen zijn en het zelf maken ervan kostbaar en tijdrovend kan zijn. Wendy en Ester nodigden de deelnemers om het scenario-onderwijs in hun praktijk te komen ervaren.

Snelkookpan sociale veiligheid

Florus Roelofsen (voorzitter college van bestuur) en Sandra Beugel (directeur Onderwijs en Kwaliteit)

De sessie van Florus en Sandra werd een openhartig tafelgesprek over de verschillende dilemma’s bij het ontwikkelen en uitvoeren van effectief veiligheidsbeleid. Florus prikkelde de deelnemers met de stelling dat het vraagstuk van sociale veiligheid uit de sfeer van ‘zorg’ moet worden gehaald en vooral een handhavingsbenadering vraagt. ‘Slaan? Gaan!’ – ook als je als slachtoffer hebt teruggeslagen, dan kun je geschorst worden.
Dat leverde enige discussie op. Een deelnemer stelde dat je altijd eerst goed moet onderzoeken wat vooraf gegaan is aan een incident. Daarbij is van belang om verder te kijken dan de situatie zelf: de thuissituatie of jaren slachtoffer zijn van pestgedrag dat op school niet is gezien (en dus een mogelijk laakbare rol van de onderwijsinstelling) wegen mee.
Een andere deelnemer merkte op: “Veiligheid is ons aller verantwoordelijkheid, niet alleen van facilitair of jongerenwerkers.”
In dat licht werden vraagtekens gezet bij ‘teams aan zet’- benaderingen: veiligheid vraagt dat de hele organisatie dezelfde protocollen kent en hanteert. En dat vraagt weer dat iedereen daartoe in staat gesteld wordt. In het korte uur passeerden veel meer facetten van dit complexe vraagstuk de revue. Waaronder de vraag of we niet anders naar ons onderwijs moeten kijken: waarom vragen we van studenten dat ze 40 uur naar school komen, terwijl ze in die levensfase ook andere verantwoordelijkheden en zorgen hebben?
Een sessie waar meer vragen werden gesteld dan antwoorden werden gegeven. Laat dat nou precies zijn waar Florus en Sandra op uit waren: meer verwarring dan vastomlijnde oplossingen, want dit vraagstuk vraagt flink doordenken.

Van inzichten opdoen naar kennis benutten

Aan het eind van de conferentiedagen waren collega’s en deelnemers het erover eens: je twee dagen lang op een heel andere locatie laven aan inspirerende praktijkvoorbeelden en inzichten van collega’s in het land is waardevol en fijn.

Maar hoe zorg je, eenmaal terug in de waan van de dag, dat de kennis die je meeneemt uit zo’n conferentie, ook doorwerkt in je onderwijs? Dat begint met een terugkoppeling in de eigen teams. Daarnaast zijn bij de workshops contacten gelegd voor vervolgafspraken. Dan is er ook gelegenheid wat meer de diepte in te gaan.
Verder gaan we ons verdiepen in hoe docenten(teams) elders opgedane kennis in hun onderwijspraktijk inbedden. Voor meer informatie hierover, neem contact op met Fifi Schwarz, adviseur onderwijsontwikkeling, fschwarz@novacollege.nl